De Kaart van Verzet toont een impressie van verschillende verzetsdaden. Het biedt geen volledig overzicht. Lees verder
Ander verzet Onder ander verzet vallen zeer veel uiteenlopende daden. Sommige activiteiten zijn nu eenmaal lastig in te delen, omdat zij uniek waren, minder binnen een categorie vallen of juist binnen meerdere categorieën vallen. Zo kan aan de Sinaasappelopstand in Heerlen gedacht worden, maar ook de line-crossers in de Biesbosch. En natuurlijk zijn er nog velen daden te bedenken die niet op de kaart te plaatsen zijn omdat ze simpelweg nooit vergaand georganiseerd waren, zoals het zingen van anti-Duitse liedjes.
Gewapend verzet Gewapend verzet kwam veel voor in Nederland. Dit betekende dat verzetsmensen gebruik maakte van wapens om hun daden uit te voeren. Dit werd meestal gedaan door Knokploegen, die verspreid waren over het hele land. Het gewapend verzet kon vele vormen aannemen, zo heeft men in heel Nederland distributiekantoren en bevolkingsregisters overvallen, maar ook de bevrijding van gevangenen wordt gezien als gewapend verzet. Daarnaast waren liquidaties een fenomeen wat veel voorkwam tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Maar niet alleen NSB’ers en Duitsers werden door het verzet geliquideerd, ook verzetsmensen die waren doorgeslagen onder druk van de Sicherheitsdienst werden gedood.
Illegale pers De illegale pers, ondergrondse bladen en verzetskranten zijn allemaal beschrijvingen van hetzelfde fenomeen. In Nederland hebben er zo’n 1300 verschillende kranten en bladen bestaan die in het geheim over Nederland werden verspreid. Niet allemaal tegelijkertijd, de kranten werden namelijk in verschillende oplages uitgebracht. Er bestonden miljoenen uitgaven. En ook niet allemaal werden zij in het Nederlands geschreven, er waren ook kranten in het Fries, Duits, Indonesisch en het Georgisch. Ook de focus en de verspreiding was wisselend van nationaal tot lokaal. Men kon van alles lezen, van nieuwsberichten tot spotgedichten.
De meeste kranten werden gestencild, soms ook gedrukt. Het was gevaarlijk en ook moeilijk werk, van het verzamelen van nieuws via de radio, tot het stencilen en rondbrengen. Naarmate de oorlog vorderde werd het steeds lastiger om aan papier en andere materialen voor de kranten te komen.
Onderduik Onderduiken tijdens de Tweede Wereldoorlog betekende langere tijd verborgen blijven voor de Duitse bezetter. Hiervoor waren veilige onderduikadressen nodig, maar ook eten, kleding en andere noodzakelijke spullen als (vervalste) persoonsbewijzen en distributiebonnen. Naarmate de bezetting langer duurde, kwamen steeds er meer verschillende groepen onderduikers bij. In het begin waren het vooral geallieerde krijgsgevangenen. Naarmate de vervolging van Joden toenam, begon de groep Joodse onderduikers te groeien. Studenten die weigerden de loyaliteitsverklaring te ondertekenen of meededen aan de studentenstakingen, mannen die de arbeidsinzet wilden ontlopen, piloten uit neergestorte vliegtuigen en verzetsmensen zelf gingen ook steeds meer onderduiken. Ook stakers werden een grote groep die onderduikhulp nodig had.
Stakingen Maatregelen van de Duitsers stuitten op veel weerstand en soms op verzet. Er vonden tijdens de Tweede Wereldoorlog verschillende stakingen plaats, waarbij veel gewone burgers uit protest het werk besloten neer te leggen. Sommige stakingen werden zeer lokaal georganiseerd, maar andere vonden plaats over het gehele land. De bezetter reageerde op alle stakingen met harde represaillemaatregelen: burgers werden gearresteerd, geëxecuteerd of naar kampen gedeporteerd. Veel stakers besloten daarom onder te duiken.