Tijdens de grootste bankroof in de Tweede Wereldoorlog werd er maar liefst 46,15 miljoen gulden gestolen. Het was geld dat eigenlijk vanuit Arnhem via de Nederlandse Bank in Almelo naar Duitsland had moeten reizen. Daar stak het verzet een stokje voor aangezien er veel geld nodig was voor onderduikers door de Spoorwegstaking van 1944. Het Nationaal Steunfonds hield zich bezig met de financiering hiervan, maar dat bleek niet genoeg. Elders werden er ook kraken uitgevoerd, maar geen enkele had zo’n resultaat als die in Almelo.
Derk Smoes was één van de leiders van de KP Almelo en degene die het plan bedacht om de bank de overvallen. Hij had voor de bank gewerkt en kende het gebouw daardoor goed. Maar er moest eerst gewacht worden op toestemming vanuit Londen van het hoofdkwartier van de BS. Toen ze deze toestemming kregen kon de overval uitgevoerd worden. Op 15 november 1944 verzamelde men zich aan het eind van de middag bij het café van de broers Frielink. Naast de kern van de KP groep, die bestond uit Douwe Smoes, Anton Wisman, Hennie Meulenbelt en Herman Höften en Douwe Mik, voegden enkele andere KP’ers zich bij de groep. Willem Meenkes was al eerder benaderd om een vrachtwagen te regelen, maar had geen idee waarvoor. Enkele KP’ers werden buiten gestationeerd om op verschillende plekken de situatie in de gaten te houden, anderen belden aan bij de bank en drongen daar bij de conciërge naar binnen. Vervolgens maakte de directeur onder dwang de kluis open en dertien kisten met geld werden de vrachtwagen ingeladen. Alles duurde in totaal zo’n uur.
Toen de telefoondraden doorgeknipt werden, bleek dit het alarm te doen afgaan en moest men vluchten. De bus reed snel weg, de stad uit en daar werden zij opgewacht door een andere groep. Het geld werd overgeladen in een paard met wagen en daar reed het verzet met de buit weg. Het geld werd uiteindelijk onder het hooi verstopt bij de familie Nijland in Daarlerveen.
Er werd 1 miljoen gulden uitgeloofd voor degene die een tip had die tot arrestatie van de bankovervallers zou leiden. Dit resulteerde tot niets, maar toch liep de overval uiteindelijk zeer slecht af. Vervalste persoonsbewijzen in het bezit van een man genaamd Bruining werden bij een straatcontrole gevonden. Deze leidde de SD naar de café-eigenaar Frielink en zijn broer. Zij werden alle drie gearresteerd en dit zorgde voor een domino effect. Ook Meenkes, Smoes en Douwe Mik werden kort daarna opgepakt. Na zware verhoren werd Smoes en Mik beloofd dat wanneer zij vrij zouden geven waar het geld verborgen was, de andere KP’ers niet zouden vervolgd worden. Daarnaast vreesden Smoes en Mik dat wanneer alle boerderijen doorzocht zouden worden, er nog veel meer gevonden zou worden dan het verzet lief was.
Het geld werd onder het hooi bij een boerderij in Daarlerveen aangetroffen en keerde terug in Duitse handen. De zoon van de familie Gerhard Nijland werd tevens opgepakt. Van de gearresteerden keerde alleen de broer van Frielink levend terug naar Nederland.
Derk Smoes stond vanaf juli 1944 samen met Andries Kalter aan de leiding van de KP Almelo. Het was een actieve verzetsgroep en naarmate de hoeveelheid onderduikers groeide, wijdde zich men aan het vergaren van bonnen. Zo was Smoes betrokken bij meerdere overvallen op distributietransporten. Deze daad werd hem fataal, op 30 November 1944 werd Smoes gearresteerd en hij overleed op 14 maart 1945 in het kamp Neuengamme.
Link naar Oorlogsgravenstichting.nlDouwe Mik was een politieagent. Mik kwam oorspronkelijk uit Nieuw-Buinen, maar moest onderduiken en kwam vervolgens in het Twentse verzet terecht. Hij was een goede bekende van Derk Smoes en hielp mee bij de kraak van de Nederlandse Bank in Almelo. Hij werd gearresteerd in November 1944. Hij kwam terecht in het kamp Wöbbelin Landkreis Ludwigslust waar hij op 17 april 1945 overleed.
Link naar Oorlogsgravenstichting.nlHerman Höften was lid van de KP Almelo en was met zijn broer Henk betrokken bij meerdere overvallen. Zo deed hij mee aan de overval op het Huis van Bewaring in Almelo en bij de kraak van de Nederlandse Bank in Almelo. Hij overleefde de oorlog.