De Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers (LO) was, zoals de naam al zegt, een landelijk netwerk van verschillende onderduikorganisaties. Heleen Kuipers-Rietberg was de stuwende kracht en bedenker van de organisatie. Zij en haar familie waren al vroeg tijdens de bezetting betrokken bij het verzet; ze hielpen en hadden thuis ook joodse onderduikers. De familie woonde in Winterswijk, een plaats waar de NSB op veel steun kon rekenen. Het vinden van onderduikadressen werd daarom steeds lastiger. Mannen die aan de arbeidsinzet probeerden te ontsnappen en ook gecrashte piloten hadden in toenemende mate hulp nodig. Er was dringend behoefte aan een grotere organisatie.
Op 25 november 1942 leerde het echtpaar Kuipers-Rietberg dominee Frits Slomp kennen toen hij in Winterswijk een toespraak hield. Vanwege zijn geloof en functie reisde Slomp veel rond in het land en ook hij had een groot netwerk van contacten, de ideale basis voor een samenwerking. Samen met hem kwamen ze op het idee van de LO.
In november 1942 werd de organisatie opgezet en in de loop van 1943 ontwikkelde het zich tot een serieus netwerk. De LO was echter weinig betrokken bij het regelen van onderduikplaatsen voor de Joodse bevolking, die vooral geholpen werd door kleinere verzetsorganisaties.
Alhoewel de LO een grote, overkoepelende organisatie was, werd de onderduik zelf wel plaatselijk geregeld. Er werden plaatselijke afdelingen van de LO opgezet en men werkte samen met reeds bestaande groepen. Zo waren Jan Hendrikx en Jac Naus al georganiseerd bezig met de onderduik in het zuiden van het land en ontstond er een hechte samenwerking.
Om de onderduik gestructureerder aan te pakken organiseerde de LO de ‘Beurs’. Dit waren wekelijkse vergaderingen waarin men informatie over onderduikers en de nodige adressen uitwisselde. Daarnaast was er een hechte samenwerking met het Nationaal Steun Fonds waardoor zij veel konden financieren en steun konden bieden aan families van onderduikers. Kuipers-Rietberg was de enige vrouw aanwezig op de Beurs. Vrouwen waren daarentegen wel in grote getalen betrokken bij de uitvoering van de onderduikhulp.
In augustus 1943 werd de LKP, de Landelijke Knokploegen, opgericht. Naast onderduikadressen, werd het verkrijgen van bonnen steeds problematischer en de LKP wist deze te bemachtigen door middel van overvallen.
Heleen Kuipers-Rietberg woonde met haar familie in Winterswijk. Haar geloof was zeer belangrijk voor haar en beïnvloedde haar betrokkenheid bij het verzet. Ze hielp vooral mensen in de onderduik. Haar hele familie was actief in het verzet, haar man en zoons hielpen met het vervoeren van piloten. Vanuit hun samenwerking met Frits Slomp ontwikkelde zich de LO. Rond mei 1944 werd tante Riek, zoals ze in het verzet bekendstond, verraden en moesten ze zelf onderduiken. Via Kamp Vught kwam Tante Riek na Dolle Dinsdag in kamp Ravensbrück terecht. Daar werd zij ziek en overleed zij eind december 1944.
Lees meer op Wikipedia
Frits Slomp was gereformeerde predikant; zijn geloof speelde een belangrijke rol in zijn verzetswerk. Hij trok Nederland rond en sprak op clandestiene bijeenkomsten van de Anti-Revolutionaire Partij (ARP) en het Christelijk Nationaal Vakverbond. Vanwege dit werk werd hij vervolgd en werd gedwongen om onder te duiken. Vervolgens zette hij samen met Helena Kuipers-Rietberg de LO op. Op 1 mei 1944 werd Slomp gearresteerd, maar hij werd door de KP Twente op 11 mei 1944 uit de Koepelgevangenis van Arnhem bevrijd.
Lees meer op WikipediaJan Hendrikx was Zuidelijk Gewestelijk leider van de LO. Samen met Jac Naus zette hij met succes vanuit Venlo een Limburgs netwerk op voor de hulp van onderduikers. Deze organisatie ging vanaf augustus 1943 op in de LO, daarmee werd hij een minder bekende mede-oprichter van de LO. Hij moest zelf ook vanwege zijn verzetswerk onderduiken. Maar hij werd verraden en gearresteerd tijdens een vergadering van de Limburgse LO. Hendrikx kwam via Kamp Vught en Sachsenhausen uiteindelijk in Neuengamme terecht.
Lees meer op WikipediaJac Naus was kapelaan en al vroeg betrokken bij het verzet. Naus kwam in contact met Hendrikx en samen ontwikkelde zij een Limburgse organisatie voor hulp aan onderduikers. Dit netwerk ging met de LO samenwerken en Jac Naus geldt samen met Hendrikx daarmee als een minder bekende mede-oprichter van de LO. Naus, Hendrikx, en zes anderen werden verraden en gearresteerd op 21 juni 1944. Later in kamp Bergen-Belsen overleed hij op 15 april 1945.
Lees meer op Wikipedia