Droppings in Noord-Drenthe
12 september 1944 t/m 13 oktober 1944
Wapendroppings waren ‘wapenpakketten’ die men vanuit vliegtuigen liet vallen. Dit werd veelal gedaan op het platteland, waar meer ruimte was en waar de wapens minder snel in de verkeerde handen zouden vallen. Via Radio Oranje werd er doorgegeven wanneer er een dropping zou worden gezonden. Het werd veelal ’s nachts gedaan en met gevaar voor eigen leven. Men had vooral vanaf de tweede helft van 1944 steeds meer wapens nodig. Zo was de verzetsorganisatie Binnenlandse Strijdkrachten opgezet die bewapend moesten worden.
Eén zo’n plaats waar veel droppings plaatsvonden was in Drenthe. Via verzetscontacten was de OD in Drenthe in de zomer van 1944 in contact gekomen met het Bureau Bijzondere Opdrachten dat meer wapendroppings wilde gaan uitvoeren. Er werd uitgebreid onderzocht waar dit het beste kon plaatsvinden. Uiteindelijk nam men contact op met de BS en met de KP Noord Drenthe. Er werd nauwkeurig via de radio in code doorgegeven waar en wanneer men de droppings kon verwachten.
De eerste dropping op 12 september 1944 werd een mislukking, maar de tweede die op de nacht van 9 op 10 oktober 1944 aankwam werd met succes ontvangen. Men moest zowel de droppings zelf snel verzamelen en verstoppen, als parachutisten te hulp schieten. Uiteindelijk werden in de tweede helft van 1944 twaalf droppings door de Engelsen uitgevoerd, die bestonden uit 18 à 24 containers gevuld met wapens, waarvan een gedeelte bij Veenhuizen werd gedropt. Deze wapens kwamen veelal bij de Binnenlandse Strijdkrachten terecht, maar een gedeelte van de wapens die door de KP Noord Drenthe werd opgevangen werd ook door hen gebruikt voor een overval op het Huis van Bewaring in Assen op 11 december 1944, waarbij eenendertig mensen bevrijd werden.
Wapens werden soms door het verzet begraven nadat ze gedropt waren. Hier wordt een container weer opgegraven. Foto: NIOD.
Mislukte dropping. De SD’ers Hahn en Enkelstroth hebben de afgeworpen containers met wapens, die kort daarvoor door de RAF zijn afgeworpen, gevonden. Foto: NIOD.
Affiche ter opsporing van een gedropte kist te Amsterdam uit 1940. Foto: NIOD.
Overzichtsfoto van levensmiddelen in Voedseldroppings door de R.A.F. Foto: NIOD.
Foto uit een reportage van de nagespeelde dropping in een weiland ten noorden van Alphen aan den Rijn (Ridderbuurt), enkele dagen na de bevrijding. Foto: Verzetsmuseum Amsterdam.
Foto van vel met slagzinnen (in negatief). Tekst achterop: ‘Wapendropping eind 1943’. Foto: Nationaal Bevrijdingsmuseum Groesbeek.
Enkele betrokkenen
Simon Schoon ( *1912 - ✝︎1989 )
Simon (Siem) Schoon woonde in Vries in de provincie Drenthe. Hij was betrokken bij de onderduikhulp en had zelf ook Joodse onderduikers. Schoon was betrokken bij de oprichting van de KP Noord Drenthe, deze groep was onder andere betrokken bij verschillende overvallen en droppings. Op 29 juli 1944 werd hij gearresteerd door de SD, maar wist te vluchten. Hij werd tijdens deze succesvolle vluchtpoging door twee kogels geraakt.
Willem Aten ( *1923 - ✝︎1945 )
Willem Aten kwam oorspronkelijk uit Sappemeer in de provincie Groningen en hij was actief bij verschillende verzetsgroepen. Een gedeelte van zijn verzetswerk wijdde hij aan de onderduikhulp, maar daarnaast was hij ook betrokken bij knokploegen, zoals de Knokploeg Noord Drenthe. Zo vervoerde hij wapens en hielp bij wapen-droppings in de buurt van Westerbork. Op 10 november 1944 werd hij gearresteerd, en via het Huis van Bewaring in Assen kwam hij uiteindelijk in Neuengamme terecht. Daar stierf hij op 21 jarige leeftijd aan de gevolgen van uitputting.
Link naar Oorlogsgravenstichting.nl