Verzet op de Waddeneilanden was geen makkelijke kwestie. De risico’s waren groot en ontsnappen van de eilanden was moeilijk. Daarnaast waren Duitsers alom en talrijk aanwezig. Uitgaves van de illegale pers circuleerden wel, maar in beperkte grootte. De Opstand der Georgiërs, ook wel de Russenoorlog genoemd, op Texel is wellicht één van de bekendste gebeurtenissen die heeft plaatsgevonden op de Waddeneilanden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Maar het Nederlandse verzet zat ook niet stil. Op Terschelling werd er in samenwerking met het Friese verzet een Ordedienst opgezet die later uitgroeide tot een afdeling van de Binnenlandse Strijdkrachten.
In augustus 1943 zocht E.H.W. Roggenkamp contact met de Ordedienst in Friesland om een verzetsgroep op Terschelling op te zetten. Hij benaderde vijf andere betrouwbare mensen op het eiland en dit vormde het begin van een Terschellingse OD. Het idee achter de organisatie was dat die zich na de bevrijding zou focussen op het handhaven van orde op het eiland. Maar Roggenkamp was niet de enige geweest die een verzetsgroep op Terschelling wilde oprichten. Dirk den Boer had ook contact gezocht buiten het eiland: met de Amersfoortse tak van Vrij Nederland. Een derde persoon die een belangrijke rol speelde was David Smit, hij was huisarts en tevens reserve-officier van gezondheid. Samen vormden zij de twee groepen tot één en werden, in samenwerking met een vergelijkbare groep op Vlieland, het elfde OD-district. Het idee om een tak van Vrij Nederland op te zetten werd vervolgens losgelaten.
Roggenkamp moest wegens gevaar voor arbeidsinzet het eiland verlaten. De leiding van de OD werd daarom verdeeld onder Dirk den Boer in de rol van gemeentelijk commandant van West Terschelling, David Smit als districtscommandant en J.C. Visser als gemeentelijk commandant van Oost Terschelling. Vervolgens gingen ze meer mensen benaderen en de groep groeide. Men hield zich voornamelijk bezig met wapentrainingen, het risico om betrapt te worden was groot. Verzetsdaden, zoals sabotage, heeft de groep niet gepleegd aangezien gevreesd werd dat dit enkel zou resulteren in represailles. Tevens wijdde men zich aan het winnen van informatie en andere spionage activiteiten. Dit werd doorgespeeld aan de OD in Friesland en de inlichtingendienst van de Binnenlandse Strijdkrachten.
Eén kwestie die speelde was hoe de Terschellingse OD bewapend kon worden. Kort werd overwogen om dit door middel van een dropping te regelen, maar dit werd uiteindelijk toch als te risicovol beschouwd. In plaats daarvan bedacht men dat de wapens per boot vanuit Friesland naar het eiland gebracht moesten worden. Ze vonden een Terschellinger schipper die bereid was om de wapens te vervoeren en deze werden verborgen onder een lading aardappelen. Het plan slaagde.
Uiteindelijk werd de Terschellingse OD aangepast en werd het een onderdeel van de Binnenlandse Strijdkrachten. In de praktijk veranderde dat weinig voor de verzetslieden. Hun taak zou hetzelfde blijven: de orde te handhaven wanneer Nederland bevrijd was. Eind 1944 hadden zich zo’n 120 mensen aangesloten, het is niet duidelijk of de verzetsmensen op Vlieland hierbij werden meegerekend. De groep bleef groeien en op 11 mei 1943 telde het 162 leden.
David Smit was huisarts en reserve-officier van gezondheid. Hij was één van de oprichters van de Terschellinger Ordedienst en had binnen de organisatie de rol van districtscommandant. Na de bevrijding werd hij lid van de Politieke Opsporings Dienst, die zich bezighield met het opsporen van verraders en collaborateurs.
Dirk den Boer was directeur van de Ds. Vossersschool voor Christelijk Basisonderwijs. Hij nam contact op met de afdeling van Vrij Nederland in Amersfoort om een vergelijkbare organisatie op te zetten op Terschelling. Dit groeide uiteindelijk uit tot de Terschellinger Ordedienst. Daar binnen werd hij benoemd tot gemeentelijk commandant. Hij zette na de bevrijding ook de Politieke Opsporings Dienst op Terschelling op.
Piet de Jong was oud-onderofficier van de artillerie. Hij werd benaderd door David Smit over de Terschellinger OD. Hij was direct bereid mee te doen. Eén van zijn belangrijkste taken werd het werven van nieuwe verzetsleden voor de groep. Hij speelde ook een belangrijke rol in het smokkelen van wapens voor de OD naar Terschelling. Toen de OD een onderdeel van de Binnenlandse Strijdkrachten werd, werd de Jong benoemd tot District Operatie Leider.