Tijdens de meidagen van 1940 had Geert Schoonman meegevochten. In Twente leerde hij Johannes ter Horst kennen en ontwikkelde zich tot zijn rechterhand in het verzet. Schoonman speelde een belangrijke rol bij de overvallen op de Koepelgevangenis van Arnhem en de overval op het Huis van Bewaring in Arnhem, in samenwerking met Liepke Scheepstra. In oktober 1944 werd Schoonman gearresteerd en op 12 of 13 oktober werd hij gefusilleerd.